Bronne |
- [B222] Dr D.B. Bosman, Briewe van Johanna Maria van Riebeeck en Ander Riebeeckiana, (Dr D.B. Bosman), 20 Jan 2020, 28 (Betroubaarheid: 3).
ANNO 1657 AAN DE CABO DE BOA ESPERANCE
Tusschen 17 en 18en Junii is voornoemde mijne huysvrou bevallen van haar eerste jonge dochter, bij ons vooraf genoemt MARIA, na haar moeder zaliger ter tijd als voren geschreve, waarover als getuygen zijn gekosen:
Mijn Heer Carel en Mevrouwe Maria Constant onse neev en nichte
Noë Quevellerius du Bois, mijn huysvrou haar oudste broeder.
26 Februarii 1659 is voornoemde onse dogter Maria op de voorsaal binnen ’t fort gedoopt door den praedicant Daniel Brouwerius, gekomen uyt India per ’t schip de Provincie, en hebben ik en mijn huysvrou selvs in plaats van voornoemde getuygen ten doop gestaan.
Outobiografiese Aantekenige van Jan van Riebeeck
- [B227] Beelaerts van Blokland, Jan van Riebeeck. Zijn Voor en Nageslacht, (Nederlandsch Genootschap voor Geslacht en Wapenkunde), 26 Jan 2020, 28 (Betroubaarheid: 2).
5. Maria van Riebeeck, geb. Kaap de Goede Hoop 17-6-1657, † 1688, tr. 1e Batavia 15-3-1674 Cornelis Verburgh, koopman O.I.C. en sabandaar te Malakka, geb. 1646; tr. 2e in ov vóór 1683 Nicolaas Ansloo, onderkoopman O.I.C. te Malakka; tr. 3e Adriaan Lukasz, opperkoopman en secunde O.I.C. te Malakka in 1674
- [B222] Dr D.B. Bosman, Briewe van Johanna Maria van Riebeeck en Ander Riebeeckiana, (Dr D.B. Bosman), 19 Jan 2020, 25 (Betroubaarheid: 3).
ANNO CHRISTI 1649
den 28en Martii, zijnde Palmsondagh, ben ik Johan Anthonisz. van Riebeeck (den 21en April aanstaande 30 jaren oudt werdende) door Godes genade van Ds Levius tot Schiedam getrout met d’eerbare jonge dochter Maria de la Queillerie, oud zijnde 19 1/2 jaren, wiens vader was Abrahamus de la Queillerie, in sijn leven praedikant tot Rotterdam van de Franse en Duytse Nederlandse Gereformeerde Gemeente, ende haar moeder was Marie du Bois, dochter van d’Heer Noë du Bois, in sijn leven geweest commandeur en capiteyn majoor van Nieuvaart of de Clundert.
Outobiografiese Aantekeninge van Jan van Riebeeck
|